Mijn ouderlijk huis bevond zich in de Diepenbrockstraat. Het lot besliste anders en ik ben nooit in het huis komen wonen. Door toeval speelde de betreffende straat enkele keren een rol in mijn bestaan.
Ik ben op zoek gegaan naar wat dat nu eigenlijk is, die Diepenbrockstraat. Ik heb in veel verschillende plaatsen in Nederland de Diepenbrockstraten,-pleinen, -hofjes en-lanen tesamenw met de nabije omgeving van de ‘Componistenwijk’ gefotografeerd. Dit boek toont een selectie uit deze opnamen.
Ik ben nauwkeurig gaan waarnemen hoe mensen zich verhouden tot hun leefomgeving. De woonplek wordt in veel gevallen zorgvuldig gekozen. Een omgeving kan bijvoorbeeld geschikt bevonden worden om de kinderen op te laten groeien of om van een rustige oude dag te genieten.
Het inrichten en vormgeven van de kadastraal afgemeten ruimte, de tuin en parkeerruimte krijgt veel aandacht. Het plaatsen van struiken en bomen wordt strategisch bepaalt. Er is behoefte om zich te onderscheiden ten opzichte van buren of juist op te gaan in de omgeving.
Tevens bestaat de sterke behoefte zich af te schermen van die zelfde omgeving. Alsof men daar geen onderdeel van wenst uit te maken. Veiligheid en geborgenheid zijn waarden die een belangrijke rol spelen. Ik heb meermalen ervaren dat ik als fotograaf met wantrouwen werd benaderd. ‘Wie bent u’ en ‘wat komt u doen’ zijn veel gestelde vragen. ‘Nu is het hier al zo onveilig en komt u ook nog eens rondneuzen’. Ik werd gevraagd te stoppen met wat ik aan het doen was en soms werd zelfs de politie opgeroepen. Ik voelde me regelmatig ongewenst. Is dit hoe ik me verhoud tot de Diepenbrockstraat?
De teksten bestaan uit delen van gedichten uit de Nederlandse romantiek. Ze handelen over wonen, de stad, het huis en het landschap. De verzen bevatten verlangens en dromen over een ideale wereld, over thuiskomen en -voelen en stellen vragen over wie we zijn en waar we behoren.